JOL 2004, 674
Boetebeding; derogerende werking redelijkheid en billijkheid; essentiële stelling.
HR 17-12-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR4151
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 december 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann
- Zaaknummer
C03/207HR
- Conclusie
A-G L. Timmerman
- LJN
AR4151
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AR4151, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AR4151, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑12‑2004
Essentie
Boetebeding; derogerende werking redelijkheid en billijkheid; essentiële stelling.
De door thans eiseres tot cassatie genoemde omstandigheden — in het bijzonder deze dat bij het uitblijven van de aandelenoverdrachten (die door eiseres in strijd met het door thans verweerder in cassatie in de overeenkomst bedongen terugkooprecht met boetebeding zijn gerealiseerd) verdere financiering van de vennootschappen niet te verkrijgen zou zijn geweest en faillissement zou zijn gevolgd — kunnen meebrengen dat het vorderen van nakoming van de door verweerder bedongen boete naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Tegen de achtergrond van deze, derhalve essentiële stellingen, kon het hof niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.