JOW 2005, 16
wederrechtelijk verkregen voordeel; hoofdelijke aansprakelijkheid; pondspondsgewijs
HR 07-12-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AQ8491
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 december 2004
- Magistraten
Davids, Urlings, Corstens, Balkema, De Hullu, Wortel
- Zaaknummer
00743/04P
- LJN
AQ8491
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AQ8491, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑12‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AQ8491, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑12‑2004
- Wetingang
Sr art. 36e
Essentie
wederrechtelijk verkregen voordeel; hoofdelijke aansprakelijkheid; pondspondsgewijs
Samenvatting
Het Hof heeft aan de veroordeelde de verplichting opgelegd tot betaling aan de staat van € 859.197,94 ter ontneming van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel, met dien verstande, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Volgens de Hoge Raad ligt aan het oordeel van het Hof de opvatting ten grondslag dat aan de betrokkene ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel de verplichting kan worden opgelegd tot betaling van het bedrag van het voordeel dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.