JOL 2004, 644
Huur bedrijfsruimte in de zin van art. 1624 (oud) BW of huur (andere) bedrijfsruimte in de zin van de Huurwet?; maatstaf. Bevoegdheid om over het huurrecht te procederen.
HR 03-12-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AR4783 (Mast/Ted’s Grinthandel)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 december 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, J.C. van Oven
- Zaaknummer
R04/012HR
- Conclusie
A-G L. Timmerman
- LJN
AR4783
- Roepnaam
Mast/Ted’s Grinthandel
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AR4783, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑12‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AR4783, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2004
Essentie
Huur bedrijfsruimte in de zin van art. 1624 (oud) BW of huur (andere) bedrijfsruimte in de zin van de Huurwet?; maatstaf.
Bevoegdheid om over het huurrecht te procederen.
Bij de beantwoording van de vraag of de vennootschap onder firma over het huurrecht m.b.t. de onderhavige ruimte kan procederen gaat het slechts erom of de vof partij is bij de huurovereenkomst en is niet van belang door wie in het gehuurde een onderneming, wordt gedreven. #Voor de beantwoording van de vraag of een huurovereenkomst moet worden aangemerkt als huur van bedrijfsruimte in de zin van art. 1624 (oud) BW ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.