RvdW 2004, 136
Testament: uitleg; ex-echtgenoot/partner-problematiek; oud recht; maatstaf.
HR 03-12-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AR0196
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 december 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C03/131HR
- Conclusie
A-G C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AR0196
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AR0196, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑12‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AR0196, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2004
- Wetingang
Essentie
Testament: uitleg; ex-echtgenoot/partner-problematiek; oud recht; maatstaf.
Ook naar oud recht gold al de inmiddels in art. 4:46 BW vastgelegde norm dat bij de beantwoording van de vraag of de bewoordingen van een uiterste wilsbeschikking duidelijk zijn, dat wil zeggen als verklaring van hetgeen de erflater wil dat na zijn dood met zijn vermogen zal geschieden een duidelijke zin hebben, mede dient te worden gelet op de verhoudingen die de erflater bij zijn wilsbeschikking heeft willen regelen en op de omstandigheden waaronder deze is gemaakt. In dit licht heeft het hof van een onjuiste rechtsopvatting blijk gegeven indien zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.