RFR 2005, 13
Erfrecht. Dient een testament, meer in het bijzonder een testamentaire clausule, naar louter taalkundige maatstaven te worden uitgelegd?
HR 03-12-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AR0196
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 december 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C03/131HR
- Conclusie
A‑G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AR0196
- JCDI
JCDI:ADS871370:1
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Onbekend (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AR0196, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑12‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AR0196, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2004
- Wetingang
BW art. 4:46; Overgangswet NBW art. 74 lid 3
Essentie
Dient een testament, meer in het bijzonder een testamentaire clausule, naar louter taalkundige maatstaven te worden uitgelegd?
Samenvatting
Erflater is op 13 november 1997 ten gevolge van een verkeersongeval overleden. Hij was ten tijde van zijn overlijden ongehuwd en had geen nakomelingen. Erflater heeft een testament gedateerd 2 september 1982 gemaakt waarin hij R. tot enig en algeheel erfgename van zijn gehele nalatenschap heeft benoemd door middel van de volgende clausule:
‘ERFSTELLING. Ik benoem tot enige en algehele erfgename van mijn gehele nalatenschap mevrouw R., militair, wonende te L., geboren te P. (Suriname) in negentienhonderdzestig.’
Bij testament ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.