RvdW 2004, 133
Asbest. Aansprakelijkheid werkgever. Dertigjarige verjaringstermijn; naar haar aard verborgen gebleven schade; derogerende werking redelijkheid en billijkheid; omstandigheden geval; gezichtspunten genoemd in HR 28 april 2000, NJ 2000, 430: nadere invulling.
HR 26-11-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3138 (mesothelioom,De Jong/Optimodal)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 november 2004
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop
- Zaaknummer
C03/227HR
- Conclusie
A-G L. Timmerman
- LJN
AR3138
- Roepnaam
mesothelioom
De Jong/Optimodal
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Rechtswetenschap / Rechtsgeschiedenis
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AR3138, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AR3138, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑11‑2004
- Wetingang
BW art. 3:310; BW art. 6:2
Essentie
Asbest. Aansprakelijkheid werkgever. Dertigjarige verjaringstermijn; naar haar aard verborgen gebleven schade; derogerende werking redelijkheid en billijkheid; omstandigheden geval; gezichtspunten genoemd in HR 28 april 2000,NJ 2000, 430: nadere invulling.
In HR 28 april 2000, NJ 2000, 430, m.nt. ARB, heeft de Hoge Raad zeven gezichtspunten genoemd waarvan de rechter blijk moet geven deze te hebben betrokken in zijn beoordeling van de vraag of toepassing van de in art. 3:310 BW genoemde verjaringstermijn van dertig jaar na de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust, inderdaad naar maatstaven van redelijkheid en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.