RvdW 2004, 117
Wijziging Besluit paraveterinairen; onrechtmatige wetgeving?; maatstaf; taak rechter. Aanwijzing diergeneesmiddelen ex art. 30 lid 4 Diergeneesmiddelenwet; strekking.
HR 15-10-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AP1668
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 oktober 2004
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, P.C. Kop, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C03/144HR
- Conclusie
A-G L. Timmerman
- LJN
AP1668
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AP1668, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑10‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AP1668, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑10‑2004
- Wetingang
BW art. 6:162; Wud 1990; Besluit paraveterinairenart. 9; Besluit paraveterinairenart. 10; Besluit paraveterinairenart. 13; Dgwart. 21; Dgwart. 30
Essentie
Wijziging Besluit paraveterinairen; onrechtmatige wetgeving?; maatstaf; taak rechter. Aanwijzing diergeneesmiddelen ex art. 30 lid 4 Diergeneesmiddelenwet; strekking.
De rechter kan de vaststelling en uitvoering van een niet door de formele wetgever gegeven voorschrift, zoals het Besluit van 25 maart 1994, Stb. 279, waarbij art. 9 lid 2, onder b, van het Besluit paraveterinairen is gewijzigd (hierna: het Wijzigingsbesluit), onrechtmatig oordelen op grond dat sprake is van willekeur omdat het desbetreffende overheidsorgaan, in aanmerking genomen de belangen die aan het orgaan ten tijde van de totstandkoming van het voormelde voorschrift bekend waren of behoorden te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.