NJ 2005, 150:Onteigening. Bijzondere geschiktheid van het onteigende voor het werk waarvoor onteigend wordt; maatstaf.

NJ 2005, 150

Onteigening. Bijzondere geschiktheid van het onteigende voor het werk waarvoor onteigend wordt; maatstaf.

Documentgegevens:

HR 13-08-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AQ6947, m.nt. P.C.E. van Wijmen

Instantie: Hoge Raad
Datum: 13 augustus 2004
Magistraten: Mrs. A.G. Pos, L. Monné, J.C. van Oven, A.R. Leemreis, C.J.J. van Maanen
Zaaknummer: 1402
Conclusie: A-G Van Ballegooijen
Noot: P.C.E. van Wijmen
LJN: AQ6947
JCDI: JCDI:ADS113478:1
Vakgebied(en): Onteigeningsrecht / Onteigening
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2004:AQ6947, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑08‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AQ6947, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑08‑2004
Wetingang: Onteigeningswet art. 40b; Onteigeningswet art. 40c

Essentie

Samenvatting

In het commerciële verkeer pleegt de prijs van een zaak die voor het verwezenlijken van een bepaald doel een grotere geschiktheid heeft dan soortgelijke zaken hebben die in de regel voor dat doel worden gebezigd, hoger te liggen dan de prijs van vorenbedoelde soortgelijke zaken, omdat met behulp van die zaak het doel met minder dan de gebruikelijke kosten zal kunnen worden bereikt. Evenzo dient bij onteigening in een geval als het onderhavige rekening te worden gehouden met de bijzondere geschiktheid die de te onteigenen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.