NJ 2005, 256
Cassatieberoep tegen tussenarrest? Strekking art. 401a lid 2 Rv.
HR 09-07-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO8706, m.nt. H.J. Snijders
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 2004
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
C03/117HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
AO8706
- JCDI
JCDI:ADS143469:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO8706, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑07‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO8706, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑07‑2004
- Wetingang
Rv art. 401a
Essentie
Cassatieberoep tegen tussenarrest? Strekking art. 401a lid 2 Rv.
Voor de toepassing van art. 401a lid 2 Rv (geen tussentijds cassatieberoep van tussenarresten behoudens in het onderhavige geval niet ter zake dienende uitzonderingen) dient het in cassatie bestreden arrest van het hof van 18 december 2002 te worden beschouwd als een tussenarrest, nu het in het dictum geen definitieve beslissing bevat over de toewijsbaarheid van de vordering van thans verweerder in cassatie en, zo het al een definitieve beslissing inzake een bewijsincident zou bevatten, de uitkomst daarvan niet leidt tot een definitieve beslissing over ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.