NJ 2004, 618
‘Overwaarde-arrangement’ en faillissement; verhaal regresvordering op pandrechten: strijd met art. 53 en 54 Fw?; strijd met zgn. fixatiebeginsel?
HR 09-07-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO7575, m.nt. P. van Schilfgaarde (Bannenberg e.a./NMB-Heller)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 2004
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein, E.J. Numann, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C03/078HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- Noot
P. van Schilfgaarde
- LJN
AO7575
- Roepnaam
Bannenberg e.a./NMB-Heller
- JCDI
JCDI:ADS114557:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Insolventierecht / Faillissement
Goederenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO7575, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑07‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO7575, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 09‑07‑2004
- Wetingang
Essentie
‘Overwaarde-arrangement’ en faillissement; verhaal regresvordering op pandrechten: strijd met art. 53 en 54 Fw?; strijd met zgn. fixatiebeginsel?
De constructie waarbij kredietverschaffers met instemming van de debiteur voor elkaar instaan in geval een van hen in verhaal tekortkomt en een ander daarin een overschot heeft (zgn. overwaarde-arrangement), komt noch naar de inhoud, noch naar de strekking daarvan in strijd met enige regel of beginsel van goederenrecht of faillissementsrecht. De kredietverschaffer die heeft ingestaan voor het tekort van de andere kredietverschaffer, kan zijn regresvordering verhalen op pandrechten die de inmiddels in staat van faillissement verklaarde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.