FJR 2004, 115
HR, 18-06-2004, nr. C03/021HR
HR 18-06-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO7004
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 juni 2004
- Zaaknummer
C03/021HR
- LJN
AO7004
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO7004, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑06‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO7004, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑06‑2004
- Wetingang
BW art. 1:114; BW art. 1:115
Essentie
Huwelijkse voorwaarden; geldigheid; partijbedoeling; redelijkheid en billijkheid
Uitspraak
Hoge Raad
Voorzover het hof heeft overwogen dat de bedoeling van partijen niet kan afdoen aan de akte van huwelijkse voorwaarden, moet zijn arrest klaarblijkelijk aldus worden verstaan dat de gemeenschappelijke bedoeling van partijen hun vermogensrechtelijke verhouding in hun onderlinge relatie ongewijzigd te laten, alsof zij nog steeds in gemeenschap van goederen waren gehuwd, de tussen hen overeengekomen huwelijkse voorwaarden niet kan vervangen. Voorzover het middel tegen deze aldus opgevatte beslissing is gericht, kan het geen doel treffen. Een gemeenschappelijke partijbedoeling als hier aan de orde, die een stilzwijgend gesloten overeenkomst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.