NJ 2004, 603
Verjaring rechtsvordering tot toekenning vakantie; stuiting op voet art. 3:317 lid 1 BW door schriftelijke mededeling; strekking stuitingshandeling van deze aard; uitleg schriftelijke mededeling.
HR 04-06-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO6020
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 juni 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C03/221HR
- Conclusie
A-G C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AO6020
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO6020, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO6020, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑06‑2004
- Wetingang
BW art. 3:317; BW 7:642 (oud)
Essentie
Verjaring rechtsvordering tot toekenning vakantie; stuiting op voet art. 3:317 lid 1 BW door schriftelijke mededeling; strekking stuitingshandeling van deze aard; uitleg schriftelijke mededeling.
Ingevolge art. 3:317 lid 1 BW wordt de verjaring van een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis gestuit door een schriftelijke aanmaning of door een schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig het recht op nakoming voorbehoudt. Deze omschrijving van de schriftelijke mededeling moet worden begrepen in het licht van de strekking van een stuitingshandeling van deze aard, welke neerkomt op een — voldoende duidelijke — waarschuwing aan de schuldenaar dat hij, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.