NJ 2004, 397
Art. 1:88 BW: toestemming andere echtgenoot; de ‘echtelijke woning’; begrip ‘zaken die bij een zodanige woning behoren’; maatstaf; eisen rechtszekerheid en belangen wederpartij.
HR 04-06-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO6013 (Westerhof/Van den Brandhof)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 juni 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C02/327HR
- Conclusie
A-G de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AO6013
- Roepnaam
Westerhof/Van den Brandhof
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO6013, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑06‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO6013, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2004
- Wetingang
BW art. 1:88
Essentie
Art. 1:88 BW: toestemming andere echtgenoot; de ‘echtelijke woning’; begrip ‘zaken die bij een zodanige woning behoren’; maatstaf; eisen rechtszekerheid en belangen wederpartij.
Voor de beantwoording van de vraag of voor de verkoop van een bepaald stuk grond toestemming van de andere echtgenoot is vereist ingevolge art. 1:88 BW (inhoudende dat de toestemming van de andere echtgenoot is vereist voor overeenkomsten strekkende tot vervreemding van een door de echtgenoten tezamen of door de andere echtgenoot alleen bewoonde woning of ‘van zaken die bij een zodanige woning behoren’), is beslissend of dat stuk grond behoort bij de echtelijke woning. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.