NJ 2006, 3
Aansprakelijkheidsverzekering voor werk/landbouwmaterieel en ongekentekende voertuigen; uitleg polisbeding inzake ‘veroorzaken’ schade; onbegrijpelijk oordeel.
HR 14-05-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO4256
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 mei 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, E.J. Numann
- Zaaknummer
C03/020HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AO4256
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Burgerlijk procesrecht (V)
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO4256, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑05‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO4256, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑05‑2004
- Wetingang
BW art. 3:35
Essentie
Aansprakelijkheidsverzekering voor werk/landbouwmaterieel en ongekentekende voertuigen; uitleg polisbeding inzake ‘veroorzaken’ schade; onbegrijpelijk oordeel.
Nu in de onderhavige verzekeringsovereenkomst (in de polis aangeduid als ‘Verzekering voor Werk-/Landbouwmaterieel en Ongekentekende voertuigen’) voor dekking van de aansprakelijkheid van de houder wel de eis wordt gesteld dat de schade door een in de polis genoemde verzekerde — hier: de bestuurder — is veroorzaakt, doch daaraan geen verdere eisen worden verbonden, valt, gelet op de strekking van de desbetreffende polisbepaling om dekking te verlenen voor aansprakelijkheid bij het gebruik van een in de polis bedoeld voertuig (i.c. een graafmachine), zonder nadere motivering, die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.