JOL 2004, 212
Machtiging uithuisplaatsing. Ontvankelijkheid cassatieberoep.
HR 23-04-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO4611
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 april 2004
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R03/126HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AO4611
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO4611, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO4611, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑04‑2004
Essentie
Machtiging uithuisplaatsing. Ontvankelijkheid cassatieberoep
Nu de termijn voor uithuisplaatsing is verstreken, hebben de ouders geen belang meer bij hun cassatieberoep, zodat zij daarin niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.
Partij(en)
- 1.
[Verzoeker 1],
- 2.
[Verzoekster 2], beiden te [woonplaats], verzoekers tot cassatie, adv. mr. P. Garretsen,
tegen
Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant, te Roosendaal, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Bij beschikking van de rechtbank te Breda van 4 juli 2002 zijn verzoekers tot cassatie — verder te noemen: de ouders — ontheven van het gezag over de minderjarige [de dochter], geboren ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.