JAR 2004, 116
HR, 23-04-2004, nr. C02/336HR
HR 23-04-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO4595
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 april 2004
- Magistraten
mrs. Fleers, Kop, Bakels
- Zaaknummer
C02/336HR
- LJN
AO4595
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO4595, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO4595, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑04‑2004
- Wetingang
BW art. 7:681
Samenvatting
Ontslag kennelijk onredelijk?; afweging wederzijdse belangen. Reële mogelijkheid passende arbeid te verrichten?; stelplicht volledig arbeidsongeschikte werknemer
Met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieklachten tegen oordeel rechtbank dat de werknemer, op wie in verband met haar volledige arbeidsongeschiktheid de stelplicht terzake rustte, onvoldoende heeft gesteld om aan te nemen dat er bij de werkgever een reële mogelijkheid tot het verrichten van passend werk was. Eveneens met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieklacht dat de rechtbank bij de beoordeling van de kennelijke onredelijkheid van het ontslag de in aanmerking genomen omstandigheden niet heeft betrokken op de afweging van de wederzijdse ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.