JOL 2004, 146
Internationale bevoegdheid; rechtsmachtbepalingen in Rv; overgangsrecht: perpetuatio fori-beginsel.
HR 19-03-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO2785
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 maart 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, P.C. Kop, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R03/070HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AO2785
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO2785, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑03‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO2785, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑03‑2004
Essentie
Internationale bevoegdheid; rechtsmachtbepalingen in Rv; overgangsrecht: perpetuatio fori-beginsel.
De vraag of de Nederlandse rechter internationale bevoegdheid toekomt, moet worden beoordeeld aan de hand van het recht dat geldt ten tijde van het aanhangig maken van de procedure in eerste aanleg; indien deze bevoegdheid op dat moment bestaat, kan daarin tijdens de procedure geen verandering meer komen (het zgn. perpetuatio fori-beginsel). De overgangsbepaling van art. Ⅶ van de wet van 6 december 2001, Stb. 2001, 580, tot herziening van het procesrecht in burgerlijke zaken, heeft geen betrekking op de nieuwe rechtsmachtbepalingen.
Partij(en)
[De vrouw], te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.