JOL 2004, 155
Ontvankelijkheid: dagvaarding van niet bestaande, want inmiddels overleden, procespartij.
HR 19-03-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO1313
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 maart 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann
- Zaaknummer
C03/092HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AO1313
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO1313, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑03‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO1313, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑03‑2004
Essentie
Ontvankelijkheid: dagvaarding van niet bestaande, want inmiddels overleden, procespartij.
Indien een partij in de loop van een geding is overleden en het geding op diens naam is voortgezet doordat die schorsingsgrond niet op een van de wijzen als thans voorzien in art. 225 lid 2 Rv is bekendgemaakt, dan wel zich het geval genoemd in het vierde lid heeft voorgedaan, dient een daarop volgend hoger beroep/cassatieberoep niet tegen de overledene doch tegen diens erfgenamen te worden ingesteld. Op deze regel dient een uitzondering te worden aanvaard indien de wederpartij van dat overlijden niet op de hoogte was, noch ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.