JOL 2004, 136
Verzenden van ‘spam’ onrechtmatig jegens de internet-service-provider?; art. 10 EVRM rechtvaardigingsgrond? Strekking art. 11.7 lid 1 Telecommunicatiewet. Wijziging van eis; hoedanigheid eiser. Kort geding; spoedeisend belang.
HR 12-03-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AN8483 (XS4all/Ab.Fab)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 maart 2004
- Magistraten
P. Neleman, H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, F.B. Bakels, Huydecoper
- Zaaknummer
C02/264HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
AN8483
- Roepnaam
XS4all/Ab.Fab
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AN8483, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑03‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AN8483, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑03‑2004
Essentie
Verzenden van ‘spam’ onrechtmatig jegens de internet-service-provider?; art. 10 EVRM rechtvaardigingsgrond? Strekking art. 11.7 lid 1 Telecommunicatiewet. Wijziging van eis; hoedanigheid eiser. Kort geding; spoedeisend belang.
Indien iemand zonder daartoe gerechtigd te zijn gebruik maakt van een goed waarop een ander een exclusief recht heeft, en hij daardoor — zoals in de regel het geval zal zijn — inbreuk maakt op dat exclusieve recht, handelt hij onrechtmatig tegenover die rechthebbende, behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond. Waar vaststaat dat eiseres tot cassatie sub 1 exclusieve rechten heeft op haar computersysteem, handelen thans verweersters in cassatie tegenover ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.