NJ 2004, 271
Appelgrens; maatstaf; niet bestreden vaststelling omtrent beloop vordering in eerste aanleg.
HR 06-02-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AN8069
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 februari 2004
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C02/178HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AN8069
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AN8069, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑02‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AN8069, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑02‑2004
- Wetingang
Essentie
Appelgrens; maatstaf; niet bestreden vaststelling omtrent beloop vordering in eerste aanleg
Ook voorzover het gaat om de beoordeling van de ontvankelijkheid van het hoger beroep is de appelrechter gebonden aan hetgeen de rechter in eerste aanleg heeft vastgesteld omtrent het beloop van de aan hem voorgelegde vordering, tenzij daartegen een grief is gericht.
Samenvatting
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van thans verweerster in cassatie op thans eiser tot cassatie ƒ 4841,26 aan hoofdsom, ƒ 995,81 aan buitengerechtelijke kosten alsmede rente en proceskosten beliep. Overwegende dat eiser bij het uitbrengen van de dagvaarding aan hoofdsom nog slechts ƒ 1595 was ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.