RvdW 2004, 24
Alimentatie gewezen echtgenoten; vaststelling/wijziging/nihilstelling o.g.v. toekomstige omstandigheid; is zodanige nihilstelling limitering?; geen ambtshalve bevoegdheid tot limitering.
HR 30-01-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO1335
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 januari 2004
- Magistraten
R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
R03/063HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AO1335
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO1335, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑01‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO1335, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑01‑2004
- Wetingang
BW art. 1:157; BW art. 1:401
Essentie
Alimentatie gewezen echtgenoten; vaststelling/wijziging/nihilstelling o.g.v. toekomstige omstandigheid; is zodanige nihilstelling limitering?; geen ambtshalve bevoegdheid tot limitering.
Indien de rechter bij vaststelling/wijziging/nihilstelling van een uitkering tot levensonderhoud een redelijke mate van zekerheid heeft dat zich in de toekomst een omstandigheid zal voordoen die voor die uitkering van belang is, staat het hem vrij daarmee reeds op voorhand rekening te houden door de uitkering met inachtneming van die omstandigheid vast te stellen, te wijzigen of op nihil te stellen. Indien achteraf blijkt dat, anders dan de rechter ten tijde van zijn beslissing verwachtte, die omstandigheid zich niet heeft voorgedaan, kan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.