RvdW 2004, 27
Arbeidsongeval; inlenersaansprakelijkheid; toepasselijkheid art. 7:658 lid 4 BW?; overgangsrecht; betekenis voor art. 157 (oud) Rv.
HR 30-01-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AN8601
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 januari 2004
- Magistraten
R. Herrmann, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C02/204HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AN8601
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AN8601, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑01‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AN8601, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑01‑2004
- Wetingang
BW art. 6:162; BW art. 7:658 lid 4; BW (oud) art. 7A:1638x; Rv (oud) art. 157; Wetsvoorstel nr. 26855 art. VII lid 1
Essentie
Arbeidsongeval; inlenersaansprakelijkheid; toepasselijkheid art. 7:658 lid 4 BW?; overgangsrecht; betekenis voor art. 157 (oud) Rv.
Het strookt met de regel van overgangsrecht van art. VII lid 1 van de Wet van 6 december 2001 (wet tot herziening van het procesrecht in burgerlijke zaken) dat — kort gezegd — in lopende procedures voor de verdere behandeling in de aanhangige instantie het oude recht van toepassing blijft, om te aanvaarden dat dan ook art. 157 (oud) Rv. van toepassing blijft. Zulks brengt mee dat indien een zaak aanhangig is op 1 januari 2002 en de rechtbank in deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.