RvdW 2004, 25
Samenloop art. 40 Iw 1990 en art. 6:162 BW; cumulatie; ‘open systeem’ Iw 1990; ‘tweewegenleer’. Termijn als bedoeld in art. 49 par. 3 Leidraad Iw 1990; strekking. Aanbod van tegenbewijs; specificatie vereist?
HR 30-01-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AF8839
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 januari 2004
- Magistraten
G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, P.C. Kop, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C02/077HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AF8839
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AF8839, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑01‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AF8839, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑01‑2004
- Wetingang
BW art. 6:162; Inv.w 1990 art. 3; Inv.w 1990 art. 40; LI 1990 art. 49
Essentie
Samenloop art. 40 Iw 1990 en art. 6:162 BW; cumulatie; ‘open systeem’ Iw 1990; ‘tweewegenleer’. Termijn als bedoeld in art. 49par. 3 Leidraad Iw 1990; strekking. Aanbod van tegenbewijs; specificatie vereist?
Het ‘open systeem’ van de Invorderingswet 1990 brengt o.m. mee dat de ontvanger ontvankelijk is in een vordering die niet strekt tot invordering van belastingschulden van een vennootschap waarvan de aandelen zijn overgedragen aan een derde, maar tot vergoeding van de schade die de ontvanger heeft geleden doordat die invordering als gevolg van onrechtmatig handelen van de overdrager niet meer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.