RvdW 2004, 16
Erfrecht. Fideï-commis de residuo; rechtsgeldigheid testamentaire bepaling waarbij aan de bezwaarde de bevoegdheid wordt verleend bij testament over overschot te beschikken; oud recht; nieuw recht.
HR 16-01-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AN8282
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 januari 2004
- Magistraten
R. Herrmann, J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann
- Zaaknummer
C02/150HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AN8282
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AN8282, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑01‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AN8282, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑01‑2004
- Wetingang
BW art. 4:140; BW art. 4:141; BW (oud) art. 4:926; BW (oud) art. 4:927; BW (oud) art. 4:928; BW (oud) art. 4:1036
Essentie
Erfrecht. Fideï-commis de residuo; rechtsgeldigheid testamentaire bepaling waarbij aan de bezwaarde de bevoegdheid wordt verleend bij testament over overschot te beschikken; oud recht; nieuw recht.
Geen regel van het — in casu ingevolge art. 68a juncto art. 69 Overgangswet toepasselijke — erfrecht zoals dat gold tot de inwerkingtreding per 1 januari 2003 van de wet van 16 augustus 2002, Stb. 430, verzet zich tegen een testamentaire making als bedoeld in art. 4:928 (oud) BW (fideï-commis de residuo) waarbij de erflater de bezwaarde niet slechts de vrijheid laat het hem gemaakte te vervreeemden of te verteren, doch hem ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.