NJ 2005, 465
Beroepstermijnen; uitzondering op regel dat aan beroepstermijnen strikt de hand moet worden gehouden.
HR 28-11-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AN8489, m.nt. W.D.H. Asser (X/Raad voor de Kinderbescherming c.s.)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 november 2003
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann
- Zaaknummer
R03/009HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- Noot
W.D.H. Asser
- LJN
AN8489
- Roepnaam
X/Raad voor de Kinderbescherming c.s.
- JCDI
JCDI:ADS114955:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AN8489, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑11‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AN8489, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑11‑2003
- Wetingang
Essentie
Beroepstermijnen; uitzondering op regel dat aan beroepstermijnen strikt de hand moet worden gehouden.
De Hoge Raad komt in zoverre terug van de vaste rechtspraak volgens welke aan beroepstermijnen strikt de hand moet worden gehouden, dat hij een uitzondering gerechtvaardigd acht ingeval degene die hoger beroep of cassatie instelt, ten gevolge van een door (de griffie van) het kantongerecht, de rechtbank of het hof begane fout of verzuim niet tijdig wist en redelijkerwijs ook niet kon weten dat de rechter een beschikking had gegeven en de beschikking hem als gevolg van een niet aan hem toe te rekenen fout of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.