NJ 2004, 237
Ingebrekestelling vereist?; aanvullende en derogerende werking redelijkheid en billijkheid
HR 28-11-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AJ0538 (Van der Heiden/Bubbels)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 november 2003
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein, E.J. Numann, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C02/119HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AJ0538
- Roepnaam
Van der Heiden/Bubbels
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AJ0538, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑11‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AJ0538, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑11‑2003
- Wetingang
BW art. 6:2 lid 2; BW art. 82; BW art. 83; BW art. 248 lid 2
Essentie
Ingebrekestelling vereist?; aanvullende en derogerende werking redelijkheid en billijkheid.
Onder omstandigheden kan (i) een beroep op het ontbreken van een ingebrekestelling onaanvaardbaar zijn of (ii) worden aangenomen dat op grond van de redelijkheid en billijkheid een ingebrekestelling achterwege kan blijven en de schuldenaar zonder ingebrekestelling in verzuim raakt.
Samenvatting
Op vordering van de huurder heeft de rechtbank de huurovereenkomst van partijen ontbonden en daarbij — gemotiveerd — overwogen dat de verhuurder ‘zich in redelijkheid niet op het ontbreken van een ingebrekestelling kan beroepen’. In cassatie wordt geklaagd dat de rechtbank heeft miskend dat wil een tussen partijen krachtens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.