NJ 2004, 81
Faillissement; stil pandrecht en bodemvoorrecht fiscus; vóór en na aanvang faillissement ontstane materiële belastingschulden; na aanvang faillissement en/of verkoop bodemzaken opgelegde (naheffings)aanslag; fiscale verhoging wegens niet-tijdige betaling; art. 6 EVRM.
HR 28-11-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AN7840, m.nt. P. van Schilfgaarde (ABN AMRO,ING Bank,Koverto,ABN AMRO/Curatoren)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 november 2003
- Magistraten
R. Herrmann, J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C01/318HR
- Conclusie
A-G Verkade
- Noot
P. van Schilfgaarde
- LJN
AN7840
- Roepnaam
ABN AMRO
ING Bank
Koverto
ABN AMRO/Curatoren
- JCDI
JCDI:ADS63802:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
Vermogensrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AN7840, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑11‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AN7840, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑11‑2003
- Wetingang
Essentie
Faillissement; stil pandrecht en bodemvoorrecht fiscus; vóór en na aanvang faillissement ontstane materiële belastingschulden; na aanvang faillissement en/of verkoop bodemzaken opgelegde (naheffings)aanslag; fiscale verhoging wegens niettijdige betaling; art. 6 EVRM.
In beginsel behoren voorrechten, als nevenrechten, bij de bevoorrechte vordering vanaf het tijdstip dat die vordering ontstaat, zulks ongeacht of die vordering dan reeds opeisbaar is. Het fiscaal voorrecht van de ontvanger ontstaat tegelijk met de (materiële) belastingschuld, een schuld die rechtstreeks voortvloeit uit de wet, zodat ook indien de belastingschuld eerst na de faillissementsdatum en/of na verkoop en afgifte van de bodemzaken in een (naheffings)aanslag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.