RvdW 2003, 179
Cassatie in het belang der wet. Wet tarieven in burgerlijke zaken; griffierecht bij renvooiprocedure.
HR 21-11-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AL8481
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 november 2003
- Magistraten
P. Neleman, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, E.J. Numann
- Zaaknummer
R03/110HR
CW2374
- Conclusie
P-G Hartkamp
- LJN
AL8481
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AL8481, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑11‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AL8481, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑11‑2003
- Wetingang
WTBZ art. 2
Essentie
Cassatie in het belang der wet. Wet tarieven in burgerlijke zaken; griffierecht bij renvooiprocedure.
Blijkens de parlementaire geschiedenis moet de in art. 2 lid 3 sub d Wet tarieven in burgerlijke zaken voorkomende zinsnede ‘wanneer de eis of het verzoekschrift strekt tot betaling van een bepaalde geldsom’ strikt worden uitgelegd in die zin dat alleen wordt aangeknoopt bij het financiële belang van de zaak indien de vordering strekt tot daadwerkelijke betaling van een geldsom. Dit is niet het geval bij een vordering in een renvooiprocedure; een zodanige vordering is niet gericht op de daadwerkelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.