JAR 2003, 296
HR, 14-11-2003, nr. C02/109HR: Drie-S/Mammoet
HR 14-11-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AJ0513 (Drie-S/Mammoet)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 november 2003
- Magistraten
Mrs Herrmann, Aaftink, Van Buchem-Spapens, Kop, Bakels
- Zaaknummer
C02/109HR
- LJN
AJ0513
- Roepnaam
Drie-S/Mammoet
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AJ0513, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑11‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AJ0513, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑11‑2003
- Wetingang
BW art. 7:613; BW art. 7:900; BW art. 7:904
Samenvatting
Arbeidsovereenkomst en bindende partijbeslissing. Nietigheid beding dat werkgever bevoegdheid verschaft bij wege van bindende partijbeslissing arbeidsrechtelijke sancties te treffen; dwingend recht; niet van openbare orde; grenzen rechtsstrijd in appel. Vernietigbaarheid bindende partijbeslissing; toetsingsmaatstaf. Goed werknemerschap i.g.v. voorstellen werkgever i.v.m. gewijzigde omstandigheden op werk.
De aan het arbeidsrecht ten grondslag liggende beschermingsgedachte die onder meer tot uiting komt in de art. 7:613, 7:678 lid 3, 7:681 lid 4 en 7:686 laatste zin BW brengt mee dat — in aansluiting op de voormelde in de wet geregelde gevallen — moet worden aangenomen dat een beding krachtens hetwelk (een orgaan van) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.