NJ 2004, 520
Huur woonruimte. Duurzame samenleving in art. 7A:1623i (oud) BW; stelplicht. Hoger beroep; niet weersproken stellingen in memorie van antwoord.
HR 31-10-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AI0865
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 oktober 2003
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
C02/151HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
AI0865
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AI0865, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑10‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AI0865, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑10‑2003
- Wetingang
BW art. 7A:1623i (oud)
Essentie
Huur woonruimte. Duurzame samenleving in art. 7A:1623i (oud) BW; stelplicht. Hoger beroep; niet weersproken stellingen in memorie van antwoord.
Blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft het oordeel van de Rechtbank dat thans eiser tot cassatie onvoldoende heeft gesteld om tot bewijs van duurzame samenleving in de zin van art. 7A:1623i (oud) BW te worden toegelaten, nu hij slechts in algemene bewoordingen heeft gesteld dat hij bijdroeg in de kosten van de huishouding, daartoe maandelijks een bedrag aan de huurster betaalde, vaak de huishoudelijke uitgaven betaalde en — kort gezegd — dat hij en de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.