NJ 2004, 680
Cassatieberoep vonnis kantonrechter; cassatiegronden.
HR 31-10-2003, ECLI:NL:HR:2003:AJ3207
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 oktober 2003
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
C02/143HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AJ3207
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Burgerlijk procesrecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AJ3207, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑10‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AJ3207, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑10‑2003
- Wetingang
RO art. 80
Essentie
Cassatieberoep vonnis kantonrechter; cassatiegronden.
Het middel bevat in de vorm van motiveringsklachten in wezen een rechtsklacht. Eiser tot cassatie is derhalve — gezien art. 80 RO — niet-ontvankelijk.
Samenvatting
Na het einde van de arbeidsovereenkomst heeft de werknemer de wettelijke verhoging over de uitkering in geld tot het bedrag van het loon over de niet genoten vakantiedagen gevorderd, zulks tot het maximale bedrag van de helft van de uitkering van ƒ 2311,08, te weten ƒ 1155,54. Dienaangaande heeft de kantonrechter overwogen dat de wettelijke verhoging zal worden gematigd tot nihil, ‘nu het een eindafrekening betreft’. Hiertegen richt zich het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.