NJ 2004, 113
Essentiële stelling. Arbeidsovereenkomst: wettelijke verhoging wegens vertraging in betaling loon; zelfstandig oordeel appel-rechter.
HR 31-10-2003, ECLI:NL:HR:2003:AJ0633
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 oktober 2003
- Magistraten
R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C02/124HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AJ0633
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AJ0633, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑10‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AJ0633, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑10‑2003
- Wetingang
BW art. 7:625; Rv (oud) art. 343; Rv (oud) art. 348
Essentie
Essentiële stelling. Arbeidsovereenkomst: wettelijke verhoging wegens vertraging in betaling loon; zelfstandig oordeel appelrechter.
De Rechtbank heeft verzuimd een oordeel te geven omtrent de — voor de beoordeling van het geschil van belang zijnde — grief van de werknemer dat op de tijdelijke arbeidsovereenkomst de litigieuze CAO's niet van toepassing waren en dat op dit punt niet sprake was van een gedekt verweer. De Rechtbank heeft voorts verzuimd zelfstandig te beoordelen en te beslissen of, en zo ja in welke mate, de wettelijke verhoging wegens vertraging in de betaling van het loon diende te worden gematigd.
Samenvatting
In de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.