AB 2004, 310
Daderschap rechtspersoon.
HR 21-10-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF7938, m.nt. O.J.D.M.L. Jansen (Drijfmest)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 oktober 2003
- Magistraten
Mrs. Bleichrodt, Koster, Van Dorst, De Savornin Lohman, Numann
- Zaaknummer
02229/02E
- Noot
O.J.D.M.L. Jansen
- LJN
AF7938
- Roepnaam
Drijfmest
- JCDI
JCDI:ADS201344:1
- Vakgebied(en)
Milieurecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF7938, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑10‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF7938, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑04‑2003
- Wetingang
Awb art. 5.0.1 lid 3; Sr art. 51
Essentie
Daderschap rechtspersoon.
Samenvatting
Een rechtspersoon kan worden aangemerkt als dader van een strafbaar feit indien de desbetreffende gedraging redelijkerwijs aan hem kan worden toegerekend. Of een (verboden) gedraging in redelijkheid aan een rechtspersoon kan worden toegerekend is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval, waartoe mede behoort de aard van de (verboden) gedraging. Een algemene regel laat zich dus bezwaarlijk formuleren. Een belangrijk oriëntatiepunt bij de toerekening is nochtans of de gedraging heeft plaatsgevonden dan wel is verricht in de sfeer van de rechtspersoon. Een dergelijke gedraging kan in beginsel worden toegerekend aan de rechtspersoon.
Van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.