RvdW 2003, 158
Beroepsaansprakelijkheid belastingadviseur; aanvang vijfjarige verjaringstermijn art. 3:310 lid 1 BW; bekendheidsvereiste; vereiste van schade; opleggen aanslag.
HR 10-10-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF9416
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 oktober 2003
- Magistraten
P. Neleman, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
C02/045HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AF9416
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF9416, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑10‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF9416, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑10‑2003
- Wetingang
Essentie
Beroepsaansprakelijkheid belastingadviseur; aanvang vijfjarige verjaringstermijn art. 3:310 lid 1 BW; bekendheidsvereiste; vereiste van schade; opleggen aanslag.
Een rechtsvordering tot vergoeding van de schade ontstaan ten gevolge van een door de belastingadviseur gemaakte fout en bestaande in de vorm van verschuldigdheid van meer inkomstenbelasting, verjaart door verloop van vijf jaar nadat de benadeelde de benodigde wetenschap heeft verkregen; voor het aanvangen van de termijn is derhalve vereist dat daadwerkelijk schade is geleden. Aangezien de verplichting tot betaling van een aan inkomstenbelasting verschuldigd bedrag eerst ontstaat door het opleggen van de desbestreffende aanslag, en wel vanaf de datum ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.