JOL 2003, 376
Antilliaanse zaak. Dwangsom; verplichting tot voortvarende inning? Rechtsverwerking; enkel tijdsverloop onvoldoende.
HR 11-07-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF7680
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juli 2003
- Magistraten
G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
R02/022HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
AF7680
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Vermogensrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF7680, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF7680, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2003
Essentie
Antilliaanse zaak. Dwangsom; verplichting tot voortvarende inning? Rechtsverwerking; enkel tijdsverloop onvoldoende.
Er is geen grond om aan te nemen dat in de Nederlandse Antillen een rechtsbeginsel bestaat inhoudende dat het jegens de debiteur onredelijk is lang te wachten met incasso van dwangsommen. Tijdsverloop alleen kan niet als grondslag voor het aannemen van rechtsverwerking dienen.
Partij(en)
[Eiseres], op [woonplaats], eiseres tot cassatie, adv. mr. P. Garretsen,
tegen
[Verweerder], op [woonplaats], verweerder in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 27 oktober 2000 ter griffie van het Gerecht in Eerste Aanleg ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.