RvdW 2003, 124
Inkomensschade; ingangsdatum wettelijke rente; oud recht.
HR 11-07-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF7884 (Visser/Gerrit van Tusschenbroek)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juli 2003
- Magistraten
R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C01/262HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AF7884
- Roepnaam
Visser/Gerrit van Tusschenbroek
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF7884, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF7884, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2003
- Wetingang
BW (oud) art. 1286; BW art. 6:96; BW art. 6:97; BW art. 6:105
Essentie
Inkomensschade; ingangsdatum wettelijke rente; oud recht.
Naar het in de onderhavige zaak toepasselijke recht van voor 1 januari 1992 wordt, ook indien de rechter de inkomensschade begroot met als peildatum een later moment dan de dag van het ongeval, de vordering rentedragend door de in art. 1286 lid 3 (oud) BW bedoelde aanmaning en mededeling, ongeacht of deze is uitgebracht voor de datum waartegen de rechter de schade kapitaliseert, of daarna. Indien de rechter de schade evenwel begroot op concrete bedragen die periodiek opeisbaar worden, zal telkens na opeisbaar worden daarvan opnieuw moeten worden aangemaand.
Samenvatting
In dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.