NJ 2003, 630
Stortingsplicht oprichters besloten vennootschap. Aansprakelijkheid bestuurders.
HR 11-07-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF4595, m.nt. J.M.M. Maeijer (Bas-C)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juli 2003
- Magistraten
R. Herrmann, J.B. Fleers, A. Hammerstein, P.C. Kop, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C01/206HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
AF4595
- Roepnaam
Bas-C
- JCDI
JCDI:ADS67214:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF4595, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF4595, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2003
- Wetingang
BW art. 2:178; BW art. 2:180; BW art. 2:191; BW art. 2:203a
Essentie
Stortingsplicht oprichters besloten vennootschap. Aansprakelijkheid bestuurders.
Van volstorting van de aandelen kan niet worden gesproken indien het bedrag dat daarvoor door de oprichter wordt bestemd niet door of namens deze daadwerkelijk aan de besloten vennootschap ter beschikking is gesteld. Wanneer de volstorting heeft plaatsgevonden met gebruikmaking van middelen die tot het vermogen van de vennootschap moeten worden gerekend, is niet voldaan aan het bepaalde in art. 2:178 lid 2 BW. Indien aan de stortingsplicht alsnog wordt voldaan na het in art. 2:178 lid 2 BW genoemde tijdstip, tast dit de in art. 2:180 BW bedoelde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.