RvdW 2003, 119
Verstek; toezending gedingstukken aan partij tegen wie verstek is verleend?
HR 27-06-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF7688
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 juni 2003
- Magistraten
R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, A.M.J. van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
C01/320HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AF7688
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF7688, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑06‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF7688, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑06‑2003
- Wetingang
Essentie
Verstek; toezending gedingstukken aan partij tegen wie verstek is verleend?
De partij tegen wie verstek is verleend, neemt niet deel aan het geding en aan haar behoeven dan ook geen afschriften van conclusies en andere gedingstukken te worden toegezonden. Uit de vaststellingen van het Hof volgt dat er ook geen bijzondere omstandigheden waren die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden.
Samenvatting
In deze zaak, waarop de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zoals dit gold vóór 1 januari 2002 van toepassing zijn, staat centraal de vraag of het Hof terecht de instantie vervallen heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.