NJ 2004, 251
Erfdienstbaarheid of persoonlijk recht; uitleg notariële akte; objectieve maatstaf.
HR 13-06-2003, ECLI:NL:HR:2003:AH9168
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juni 2003
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, J.B. Fleers, A. Hammerstein, P.C. Kop, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C01/224HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AH9168
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht / Genotsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AH9168, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑06‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AH9168, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑06‑2003
- Wetingang
BW art. 5:70 e.v.
Essentie
Erfdienstbaarheid of persoonlijk recht; uitleg notariële akte; objectieve maatstaf.
Bij de beantwoording van de vraag of een erfdienstbaarheid is gevestigd komt het aan op de in de desbetreffende notariële akte tot uitdrukking gebrachte partijbedoeling die moet worden afgeleid uit de in deze akte gebezigde bewoordingen, uit te leggen naar objectieve maatstaven in het licht van de gehele inhoud van de akte.
Samenvatting
Het gaat in deze zaak om de vraag of in een notariële akte van 16 mei 1909 een zakelijk recht van erfdienstbaarheid of slechts een persoonlijk recht van ‘wegenis’ is gevestigd.
Bij de beantwoording van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.