BR 2003/188
HR, 06-06-2003, nr. 36075: De onroerende niet-nagetrokken CAI
HR 06-06-2003, ECLI:NL:HR:2003:AD3578 (De onroerende niet-nagetrokken CAI)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 juni 2003
- Magistraten
P. Neleman, L. Monné, P.J. van Amersfoort, A.R. Leemreis, C.J.J. van Maanen
- Zaaknummer
36075
- LJN
AD3578
- Roepnaam
De onroerende niet-nagetrokken CAI
- Vakgebied(en)
Bouwrecht (V)
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AD3578, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑06‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AD3578, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑06‑2003
- Wetingang
BW art. 3:3 lid 1; BW art. 5:20; Kadasterbesl. art. 2 lid 1; Wet Telecommunicatievoorzieningen art. 36; Telecommunicatiewet art. 5.6
Essentie
Kabelnet onroerende zaak? Artt. 3:3, lid 1 en 5:20 BW. Duurzame vereniging met grond. Art. 2, lid 1, Kadasterbesluit. Art. 36 Wet op de Telecommunicatiewet (oud). Art. 5.6 Telecommunicatiewet. Verruiming begrip ‘houder van concessie’. Eigendom infrastructuur bij exploitant:
Zie tevens Hoge Raad 6 juni 2003, no. 36.076 m.n. A.A. van Velten, in deze aflevering opgenomen, Red.
Uitspraak
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft de zaak schriftelijk doen toelichten door F, advocaat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.