NJ 2003, 457
Hoger beroep; wijze van indiening memorie van grieven; behoorlijk in het geding naar voren gebrachte grieven.
HR 16-05-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF6208
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 mei 2003
- Magistraten
R. Herrmann, J.B. Fleers, A.G. Pos, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
C02/276HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AF6208
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF6208, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑05‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF6208, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑05‑2003
- Wetingang
Essentie
Hoger beroep; wijze van indiening memorie van grieven; behoorlijk in het geding naar voren gebrachte grieven.
Nu bij de Rechtbank een rolzitting wordt gehouden, is niet voldoende dat de memorie van grieven tijdig aan de griffie wordt gezonden, doch dient de indiening daarvan op grond van het bepaalde in art. 82 lid 3 Rv ter zitting te geschieden. Van behoorlijk in het geding naar voren gebrachte grieven kan, ook als in de appeldagvaarding grieven zouden zijn opgenomen, slechts sprake zijn indien deze grieven door een proceshandeling — met name de conclusie van eis in hoger beroep/memorie van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.