RvdW 2003, 93
Verstekverlening; betekening cassatiedagvaarding aan faillissementscurator; nietigheid wegens niet-inachtneming art. 50 Rv; herstel.
HR 09-05-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF8362
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 mei 2003
- Magistraten
R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C03/056HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
AF8362
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF8362, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑05‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF8362, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑05‑2003
- Wetingang
Essentie
Verstekverlening; betekening cassatiedagvaarding aan faillissementscurator; nietigheid wegens niet-inachtneming art. 50 Rv; herstel.
Aangezien het exploot van de cassatiedagvaarding niet — zoals hier vereist nu de vordering in feitelijke aanleg en ook het cassatieberoep niet is gericht tegen de curator in diens hoedanigheid maar tegen de gefailleerde B.V.'s zelf — is betekend aan het kantoor of aan de persoon of de woonplaats van een van de bestuurders van de B.V.'s, zoals art. 50 Rv. voorschrijft, maar aan de curator, is ingevolge het bepaalde in art. 120 lid 1 Rv. het exploot van de cassatiedagvaarding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.