RvdW 2003, 78
Enquêterecht. Beschermingsmaatregel tegen ongewenste overname; toetsingsmaatstaf. Wanbeleid; grondslag beoordeling; maatstaf. Proces-verbaal terechtzitting; klachten over onvolledigheid.
HR 18-04-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF2161 (Rodamco North America/VEB)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 april 2003
- Magistraten
R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein
- Zaaknummer
OK104
R02/045HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AF2161
- Roepnaam
Rodamco North America/VEB
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF2161, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑04‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF2161, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑04‑2003
- Wetingang
BW art. 2:8; BW art. 2:355; Rv art. 279
Essentie
Enquêterecht. Beschermingsmaatregel tegen ongewenste overname; toetsingsmaatstaf. Wanbeleid; grondslag beoordeling; maatstaf. Proces-verbaal terechtzitting; klachten over onvolledigheid.
De vraag of een beschermingsmaatregel tegen dreigend gevaar van een ongewenste overname gerechtvaardigd is, moet worden beantwoord aan de hand van de omstandigheden van het geval, waarbij met name zal moeten worden afgewogen of het bestuur van de vennootschap die doelwit is van een poging tot overname, in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat het nemen van de beschermingsmaatregel noodzakelijk was teneinde in afwachting van de uitkomst van verder overleg met de partij die de zeggenschap poogt over te nemen, en met andere betrokkenen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.