NJ 2004, 634
Verzwijging in de zin van art. 251 K; maatstaf; betekenis door verzekeraar gehanteerde vragenlijst; anticipatie op ontwerp titel 7.17 BW.
HR 18-04-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF3070, m.nt. M.M. Mendel (Vliegbrevet,Huls/Nederlandse Luchtvaartpool)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 april 2003
- Magistraten
Mrs. G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, P.C. Kop, F.B. Bakels;
- Zaaknummer
C02/009HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- Noot
M.M. Mendel
- LJN
AF3070
- Roepnaam
Vliegbrevet
Huls/Nederlandse Luchtvaartpool
- JCDI
JCDI:ADS143318:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF3070, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑04‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF3070, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑04‑2003
- Wetingang
WvK art. 251
Essentie
Verzwijging in de zin van art. 251K; maatstaf; betekenis door verzekeraar gehanteerde vragenlijst; anticipatie op ontwerp titel 7.17 BW.
De verzekeringnemer is in beginsel verplicht vóór het sluiten van de overeenkomst aan de verzekeraar alle feiten mede te delen die hij kent of behoort te kennen en waarvan, naar hij weet of behoort te begrijpen, de beslissing van de verzekeraar afhangt dan wel kan afhangen of, en zo ja op welke voorwaarden, deze de verzekering zal willen sluiten. Deze informatieplicht van de verzekeringnemer is bij de beoordeling van een beroep op verzwijging in de zin van art. 251K ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.