NJ 2003, 456
Antillenzaak. Echtscheiding; overgangsrecht; toepasselijkheid nieuw recht; pensioenverweer.
HR 11-04-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF3448
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 april 2003
- Magistraten
R. Herrmann, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R01/096HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AF3448
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF3448, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF3448, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑04‑2003
- Wetingang
NABW art. 1:153
Essentie
Antillenzaak. Echtscheiding; overgangsrecht; toepasselijkheid nieuw recht; pensioenverweer.
In cassatie klaagt de vrouw terecht dat het Hof — terecht uitgaande van de toepasselijkheid van het nieuwe echtscheidingsrecht waaraan onmiddellijke werking toekomt, ook in lopende procedures — niet stilzwijgend had mogen voorbijgaan aan het door de vrouw gevoerde pensioenverweer van art. 1:153 (nieuw) NABW.
Samenvatting
In deze echtscheidingszaak klaagt de vrouw dat het Hof, uitgaande van de toepasselijkheid van het nieuwe Antilliaanse echtscheidingsrecht, stilzwijgend aan het door haar gevoerde pensioenverweer is voorbijgegaan.
Aan het nieuwe Antilliaanse echtscheidingsrecht dat op 15 januari 2001 in werking is getreden, komt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.