FJR 2003, 35
HR, 11-04-2003, nr. C01/109HR
HR 11-04-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF3410
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 april 2003
- Zaaknummer
C01/109HR
- LJN
AF3410
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF3410, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑04‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF3410, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2003
- Wetingang
BW (oud) art. 4:1132
Essentie
Inbreng schenking in nalatenschap; geobjectiveerd schenkingsbegrip; waardebepalingen
Uitspraak
Feiten
Partijen, eiser en de twee verweerders, zijn de kinderen van het echtpaar. De moeder is overleden op 10 december 1983. De vader van partijen is overleden op 14 januari 1997. In zijn testament heeft de vader de hem toekomende landbouwpercelen aan zijn kinderen, ieder voor een bepaald deel, gelegateerd onder de verplichting tot inbreng in de nalatenschap van ƒ 9000 per hectare.
Bij akte, verleden op 3 maart 1986, is de nalatenschap van de moeder verdeeld tussen haar erfgenamen. Bij deze akte zijn aan de kinderen onder meer de nader ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.