NJ 2003, 538
Aansprakelijkheid bestuurder op voet art. 2:9 BW; maatstaf.
HR 04-04-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF3419, m.nt. J.M.M. Maeijer (Skipper Club)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 april 2003
- Magistraten
R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop
- Zaaknummer
C01/242HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
AF3419
- Roepnaam
Skipper Club
- JCDI
JCDI:ADS63775:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF3419, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑04‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF3419, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑04‑2003
- Wetingang
BW art. 2:9; BW art. 2:354; BW art. 2:355
Essentie
Aansprakelijkheid bestuurder op voet art. 2:9 BW; maatstaf.
Voor aansprakelijkheid op de voet van art. 2:9 BW is vereist dat aan de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt; of van een ernstig verwijt sprake is, dient te worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval. De beschikkingen van de Ondernemingskamer inhoudende dat sprake was van wanbeleid in de zin van art. 2:355 BW resp. dat de rechtspersoon op de voet van art. 2:354 BW de kosten van het onderzoek op de bestuurder kan verhalen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.