RZA 2003, 155
HR, 04-04-2003, nr. C01/169HR
HR 04-04-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF2830, m.nt. G.R.J. de Groot
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 april 2003
- Magistraten
mrs. Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Van der Putt-Lauwers, Beukenhorst, De Savornin Lohman en Kop
- Zaaknummer
C01/169HR
- Noot
G.R.J. de Groot
- LJN
AF2830
- JCDI
JCDI:ADS89460:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Nationale ombudsman
Goederenrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF2830, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑04‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF2830, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑04‑2003
- Wetingang
Richtlijn 93/96/EEG betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen; Richtlijn 97/52/EG art. 1 onderdeel a; Burgerlijk wetboek art. 3:14; Algemene wet bestuursrecht art. 1:1 lid 1 onderdeel b
Essentie
Ziekenfonds handelt bij inkoop incontinentiemateriaal niet als bestuursorgaan
Samenvatting
Het hof heeft zijn oordeel dat RZG gebonden is aan algemene beginselen van behoorlijk bestuur terecht niet doen steunen op het in art. 1:1 Awb bepaalde, doch het heeft daarvoor bepalend geacht dat ziekenfondsen als specifiek doel hebben te voorzien in behoeften van algemeen belang en dat zij in hoofdzaak door de overheid worden gefinancierd. Deze omstandigheden brengen echter niet mee dat de onderhavige inkoopactiviteiten van RZG, die niet door het geschreven publiekrecht worden beheerst, wel kunnen worden aangemerkt als handelingen waarvoor (publiekrechtelijke) algemene beginselen van behoorlijk bestuur gelden. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.