NJ 2004, 60
Oneerlijke concurrentie door Staat? Rechterlijke toetsing overheidshandelen aan willekeurverbod. Economische machtspositie in de zin van art. 82 EG; relevante markt.
HR 21-03-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF2293, m.nt. M.R. Mok (Staat/Centraal Bureau Rijn- en Binnenvaart)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 maart 2003
- Magistraten
P. Neleman, J.B. Fleers, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C01/202HR
- Conclusie
A-G Verkade
- Noot
M.R. Mok
- LJN
AF2293
- Roepnaam
Staat/Centraal Bureau Rijn- en Binnenvaart
- JCDI
JCDI:ADS143205:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Mededingingsrecht (V)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF2293, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑03‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF2293, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑03‑2003
- Wetingang
Essentie
Oneerlijke concurrentie door Staat? Rechterlijke toetsing overheidshandelen aan willekeurverbod. Economische machtspositie in de zin van art. 82 EG; relevante markt.
De vraag of de overheid, bij het ontbreken van wettelijke beperkingen terzake, tot verlening van bepaalde diensten mag overgaan op gebieden waar dergelijke diensten ook door particuliere ondernemingen bedrijfsmatig worden verleend, dient getoetst te worden aan het bepaalde in art. 3:4 lid 2 Awb welke bepaling ertoe strekt het willekeurverbod, het materiële zorgvuldigheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel in hoofdzaak te codificeren. Met die bepaling beoogde de wetgever niet de rechterlijke toetsing van overheidshandelen als hier aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.