RvdW 2003, 52
Tussenkomst; belangvereiste.
HR 14-03-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF2833 (Cremers/Gassler)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 maart 2003
- Magistraten
R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, P.C. Kop
- Zaaknummer
C01/188HR
- Conclusie
A-G Bakels
- LJN
AF2833
- Roepnaam
Cremers/Gassler
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF2833, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑03‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF2833, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑03‑2003
- Wetingang
Rv art. 217; Rv (oud) art. 285
Essentie
Tussenkomst; belangvereiste.
Het in art. 285 (oud) Rv (217 Rv) genoemde belang bij een tussen andere partijen aanhangig geding is, behoudens bijzondere omstandigheden, ook aanwezig wanneer degene die volgens de tussenkomst vorderende partij zijn schuldenaar is, door een derde wordt aangesproken tot voldoening van de desbetreffende vordering.
Samenvatting
Met zijn oordeel dat voor toewijzing van een verzoek tot tussenkomst moet blijken van een belang van de verzoeker om benadeling of verlies van een hem toekomend recht te voorkomen, heeft het Hof de juiste maatstaf aangelegd. In overeenstemming met deze maatstaf moet in de regel worden aangenomen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.